Categorieën
Psychologie

Postnatale depressie: oorzaken, symptomen en behandeling

Een pasgeboren baby… een enorme verandering in je leven. Als alles goed gaat, passen we ons aan op die verandering. Na verloop van tijd weten we zelfs niet beter. Maar sommige vrouwen ontwikkelen een postnatale depressie. In dit artikel leg ik je uit wat het is, hoe je het herkent en wat je eraan kan doen.

Postnatale depressie of babyblues?

Een postnatale depressie ontwikkelt zich tussen de eerste en twaalfde maand ná de bevalling. In Nederland krijgt ongeveer 1 op de 7 vrouwen hiermee te maken.

Een postnatale depressie is wat anders dan de babyblues. Of zoals we het in Nederland noemen: de kraamtranen. De meeste vrouwen hebben hier namelijk last van. Tussen de derde en vijfde dag na de bevalling zijn je hormonen van slag. Daarnaast slaat de vermoeidheid toe. Hierdoor voel je je down en emotioneel. De babyblues duurt meestal twee tot drie dagen. Soms houden deze gevoelens echter langer aan en worden steeds erger. Dan is er geen sprake meer van babyblues.

Oorzaken postnatale depressie

Een depressie wordt meestal veroorzaakt door emotionele en stressvolle gebeurtenissen. Dit zorgt vervolgens voor een biologische verandering en een onbalans van chemische stofjes in de hersenen.

De exacte oorzaak voor het ontwikkelen van een postnatale depressie is nog niet bekend. Waarschijnlijk is het een resultaat van meerdere factoren:

  • Fysieke verandering van een zwangerschap;
  • Overmatig zorgen maken over de baby;
  • De verantwoordelijkheid van het ouder zijn die zwaar weegt;
  • Een gecompliceerde of moeilijke bevalling;
  • Gebrek aan ondersteuning vanuit het gezin;
  • Zorgen over de relatie;
  • Financiële moeilijkheden;
  • Eenzaamheid;
  • Een geschiedenis van psychische problemen;
  • De gevolgen op je gezondheid van de bevalling zoals incontinentie, bloedarmoede, bloeddrukveranderingen en veranderingen in het metabolisme;
  • Hormonale veranderingen door een plotselinge daling van de oestrogeen- en progesteronspiegel na de geboorte;
  • Verandering in de slaapcyclus.

Onderzoek toont aan dat moeders die in de eerste twee weken problemen ondervinden met het geven van borstvoeding, een groter risico hebben op het krijgen van een postnatale depressie.

Verder lopen mensen met een familiegeschiedenis van depressies een groter risico. Niemand weet echter precies waarom dit zo is.

Wat zijn de symptomen?

De meest voorkomende signalen die wijzen op een postnatale depressie zijn:

  • Een slecht humeur;
  • Het gevoel hebben te falen als moeder;
  • Gevoelens van hopeloosheid hebben over de toekomst;
  • Uitgeput, leeg of verdrietig voelen;
  • Schuldig, beschaamd of waardeloos voelen;
  • Angstig voelen;
  • Slaapproblemen hebben;
  • Je overmatig zorgen maken over je baby;
  • Bang zijn om alleen te zijn.

In sommige gevallen kan je gedachten hebben over het verlaten van je gezin. Ook kan je de neiging hebben jezelf of de baby wat aan te doen. In dergelijke situaties moet je onmiddellijk professionele hulp zoeken.

Als bovenstaande symptomen langer dan twee weken aanhouden, neem dan contact op met je arts of verloskundige. Een postnatale depressie moet gediagnosticeerd en behandeld worden door een professional.

Diagnose postnatale depressie

Voor de diagnose wordt een vragenlijst gebruikt. Dit is de Edinburgh Postnatal Depression Scale (EPDS). Deze vragenlijst meet de risicofactoren voor het ontwikkelen van een postnatale depressie. De EPDS kan afgenomen worden kort na de bevalling, maar kan ook later worden afgenomen.

Behandeling

Een postnatale depressie is goed te behandelen. De behandeling bestaat uit:

  • Gesprekken met een psycholoog en/of een psychiater;
  • Anti-depressiva;
  • Een combinatie van psychologische begeleiding én anti-depressiva.

Tot slot

Een postnatale depressie kan iedereen overkomen. Voel je geen slechte moeder en zoek hulp! Hoe eerder je behandeld wordt, hoe groter de kans op een snel herstel. Zo kan je weer gaan genieten van je baby en je gezin.

Deel dit artikel