Categorieën
Medisch

Een miskraam: wat nu?

De roze wolk waar je op zit als je net weet dat je zwanger bent, kan pikzwart worden als je plots merkt dat je vaginaal bloedverlies hebt.

Het geeft veel onzekerheid en je wil het liefst zo snel mogelijk een echo bij je gynaecoloog of verloskundige om te kijken of het nog wel allemaal goed zit.

De cijfers

Bij ongeveer 50% van de gevallen waarbij er bloedverlies optreedt in het eerste trimester van de zwangerschap, is er sprake van een miskraam. Een miskraam, ook wel abortus genoemd, komt vaak voor. In Nederland krijgen ongeveer 20.000 vrouwen per jaar een miskraam. Dit risico neemt toe met het stijgen van de leeftijd. De kans op een miskraam bij een 35-jarige is ongeveer 10%, terwijl dit risico bij een 40-jarige al verdubbeld is.

Als je eenmaal een miskraam hebt meegemaakt, betekent dit niet dat je een verhoogd risico hebt om bij een volgende zwangerschap ook een miskraam te krijgen. Bij meer dan 2 miskramen achter elkaar heb je hier wel een verhoogd risico op en kan het zinvol zijn om verder onderzoek te doen.

De symptomen van een miskraam

Vaak kondigt een miskraam zich aan door vaginaal bloedverlies en menstruatie-achtige buikpijn. Echter, in een aantal gevallen komt je er pas achter bij de verloskundige of gynaecoloog als er een echo wordt gemaakt. Je hoeft dus zeker niet altijd al voortekenen te hebben gehad.

Een heel begrijpelijke reactie die ik vaak hoor is dat vrouwen die een niet-vitale zwangerschap dragen, er graag dan ook zo snel mogelijk vanaf willen. Dit kan door middel van een curettage, waarbij we op de operatiekamer de baarmoederholte schoon maken met een zuigbuisje.

Curretage

We weten echter steeds beter dat zo’n curettage niet zonder risico’s is. De ingreep zelf is heel veilig, maar 1 of meerdere curettages kunnen ertoe leiden dat je baarmoederholte beschadigd raakt en er bijvoorbeeld verklevingen kunnen ontstaan waardoor je een volgende keer minder makkelijk weer zwanger raakt. Ook kan in een volgende zwangerschap er dan een stoornis ontstaan in de aanleg van de moederkoek (placenta) en zo weer problemen geven bij de bevalling.

Beter is het natuurlijke beloop af te wachten of het op gang te brengen met hormoontabletjes. Je gynaecoloog kan je daar uitgebreid over informeren. Afwachten kan emotioneel zwaar zijn, omdat je niet weet hoe en wanneer het gaat beginnen. Het is belangrijk om alle opties rustig te bespreken en een eigen keuze te maken!

Deel dit artikel